Sinds 1996 vormen zogenaamde mobiliteitsconvenants een essentieel onderdeel van het verkeers- en vervoerbeleid van het Vlaamse Gewest. Een mobiliteitsconvenant is een (vrijwillige) overeenkomst tussen de gemeenten, de hogere overheden (provincie, gewest), de Vlaamse vervoermaatschappij De Lijn en eventuele derden (scholen, bedrijven, instellingen en dergelijke). Via deze overeenkomst engageren al deze partners zich om een geïntegreerd vervoersplan (mobiliteitsplan) op gemeentelijk niveau uit te werken én dit vervoersplan ook effectief uit te voeren. Deze convenants hebben op vele plaatsen in Vlaanderen geleid tot een gebiedsgerichte en integrale aanpak van de mobiliteitsproblemen.
Dit rapport verschaft inzicht in de werking van de Vlaamse mobiliteitsconvenants en gaat na wat de succes- en faalfactoren zijn van deze pragmatische aanpak. Het rapport is opgesteld met het oog op de in Nederland levende vragen over de mogelijkheden van overdraagbaarheid van het Vlaamse convenantsbeleid naar de Nederlandse situatie.