“De bescherming van Europese burgers tegen dood en ernstige verwonding in het verkeer is niet onderhandelbaar”, zo stellen de ondertekenaars van de
brief, aangevoerd door de European Transport Safety Council. Volgens hen blijkt uit onderzoek in opdracht van de auto-industrie dat Europese automodellen gemiddeld 33 procent veiliger zijn als het gaat om risico op serieuze verwonding als gevolg van veelvoorkomende aanrijdingen. Ook bestaat er in de Verenigde Staten geen verplichte veiligheidsstandaard voor bescherming van voetgangers.
Momenteel hebben de Verenigde Staten hogere importheffingen op Europese voertuigen ingesteld. De organisaties die de brief hebben ondertekend vrezen dat als dit ertoe leidt dat Europa de Verenigde Staten tegemoet gaat komen door de importheffingen op Amerikaanse voertuigen te verlagen, de volgende stap zou kunnen zijn om te streven naar gelijkwaardigheid van standaarden en richtlijnen of wederzijdse voertuigerkenning. De ECF noemt dit problematisch voor de veiligheid van Europese fietsers en voetgangers.
Motorvoertuigen moeten in de EU aan strenge regels voor typegoedkeuring voldoen. Afgelopen jaar zijn daar bijvoorbeeld Intelligent Speed Assistance, Automatic Emergency Braking en betere passieve veiligheid bijgekomen. In de Verenigde Staten bestaat een systeem van zelfcertificering. De fabrikant test het voertuig onder eigen supervisie en kan er daarna een certificaat aan hangen. Als bij een ongeval blijkt dat het voertuig niet bleek te voldoen aan de regels, dan kunnen er rechtszaken volgen. In tegenstelling tot de EU is dit systeem dus niet onafhankelijk en ook niet zo veelomvattend. Meerdere veiligheidsmaatregelen die in de EU noodzakelijk zijn, zijn dat niet op Amerikaanse voertuigen.
Bronnen: European Cyclists’ Federation, European Transport Safety Council