Dat zou blijken uit een onderzoek van de TU Delft en Witteveen+ Bos naar de relatie van wegkenmerken en ongevallen, verricht door Leanne van Bentem in het kader van het behalen van haar Master-degree aan de TU. 

Het onderzoek dat is en wordt gedaan naar de relatie van wegkenmerken en ongevallen is nog relatief beperkt. Dat heeft er onder meer mee te maken dat onvoldoende data beschikbaar is, bijvoorbeeld over het gebruik van fietsinfrastructuur.

Voor haar onderzoek combineerde van Benthem data uit de Fietsmonitor van Witteveen+Bos met ongevalsdata en infrastructurele data. Haarlem stond daarbij model als proefgemeente. Van daaruit ontwikkelde ze met behulp van speciale modellen ‘veiligheidsprestatiefuncties’ voor zowel wegvakken als kruispunten.

De meeste gevonden relaties waren zoals verwacht. Gescheiden fietsvoorzieningen (gevolgd door aparte fietsstroken) en bredere fietspaden leveren een lager fietsongevalsrisico op. Dat geldt ook voor de aanwezigheid van verkeersdrempels, gesloten wegverharding en straatverlichting.

Wat betreft kruispunten geldt dat als er meer verkeer over een kruising gaat, het risico op fietsongevallen aanzienlijk toeneemt. Maar ook lieten de resultaten een hoger fietsongevalsrisico zien voor rotondes in vergelijking met andere typen kruispunten.
De onderzoekster noemt dat onverwacht en heeft er ook geen verklaring voor. En hoewel onderzoeken in het verleden wisselende resultaten opleverden, is het resultaat inderdaad in tegenspraak met hetgeen de SWOV meldt in een factsheet hierover. ‘Rotondes voor fietsers zijn in het algemeen veel veiliger zijn dan andere kruispunttypen. In Nederland zijn vanaf de jaren ’80 veel kruispunten veranderd in een rotonde, al dan niet met een aparte fietsvoorziening. Er is toen ook onderzoek gedaan naar de effecten hiervan op (brom- en snor)fietsveiligheid. Daaruit bleek dat de vervanging van een gewoon kruispunt door een rotonde leidt tot een daling van 60% in het aantal (brom- en snor)fietsslachtoffers…’

Omdat het onderzoek alleen betrekking had op - data van - Haarlem, pleit Leanne van Bentem er voor het onderzoek te verbreden, om de resultaten te valideren.

Ook Erik Donkers van bureau VIA uitte onlangs op het NVVC-congres  zijn twijfels over de fietsveiligheid van rotondes. "Als we ervan uitgaan dat voor het merendeel van de rotondes binnen de bebouwde kom geldt dat de fietser in de voorrang zit lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de hypothese ‘Fietser uit de voorrang, zeker binnen de bebouwde kom, is een effectieve verkeersveiligheidsmaatregel’ in ieder geval voor rotondes van toepassing is. Immers, op 0,6% van alle kruispunten (rotondes binnen de bebouwde kom) vallen 11,9% van de slachtofferongevallen met een fiets of e-bike op een kruispunt."