Dit rapport beschrijft een basismethodiek voor de monitoring van effecten van 16
nieuwe snelfietsroutes. De basismethodiek is bedoeld als een (minimale) basis voor
wat er bij alle projecten gemeten zou moeten worden. Enerzijds om te bereiken dat er
per project werkelijk inzicht komt in effecten; anderzijds om vergelijking tussen en optelling van de effecten van de 16 projecten mogelijk te maken.
De basismethodiek is in de eerste maanden van 2011 ontwikkeld, begeleid door een
enkele leden van het Platform Fiets filevrij.1 Eerst is een notitie gemaakt en besproken, waarin alle realistisch mogelijke (combinaties van) onderzoeksmethodes op een rij werden zetten en beoordeeld op baten (‘evaluatiekwaliteit’) en kosten. Ook een tweede, meer tot in de details van de basismethodiek uitgewerkte versie is als conceptrapport besproken met de begeleiders.
De basismethodiek bestaat uit drie elementen, die in drie hoofdstukken beschreven worden: In hoofdstuk 4 de beleidsinventarisatie. Input en output van beleid gestructureerd inventariseren. In hoofdstuk 5 de meting van de infra-kwaliteit. Meting van de kwaliteit van de infrastructuur, van de snelfietsroute (voormeting en nameting) met gebruikmaking van de meetfiets van de Fietsersbond. In hoofdstuk 6 de enquêtering van de doelgroep. Enquêtes onder fietsers, onder gebruikers van de snelfietsroute, met zowel een voormeting als een nameting.