In Nederland is het meenemen van de fiets niet gebruikelijk, zo constateert de Bond van Trein-, Tram- en Busgebruikers (BTTB) die samen met Vlaamse overheidinstanties en ov-bedrijven keek wat er in binnen- en buitenland gebeurt op dit terrein. In Amsterdam en Rotterdam kan men de fiets onder bepaalde restricties meenemen in de metro en een enkele tramlijn. En fietsen mogen mee in de bus door de Westerscheldetunnel, maar daar wordt weinig gebruik van gemaakt. In Gelderland bekijkt Veolia of het mogelijk is fietsen mee te nemen op een fietsdrager voorop de bus. In Vlaanderen kan de fiets vaker mee met bus en tram. Zo mag de fiets mee op de Kusttram en in Brussel buiten de spits in tram en metro. Verder bestelde De Lijn 38 stadsbussen en 108 gelede bussen die uitgerust zijn met riemen in het middendeel waar twee fietsen geplaatst kunnen worden. Ook in het Duitse NordRheinWestfalen kan de reiziger de fiets meestal meenemen als er plaats is. In de treinen, light rail en trams zijn vaak een aparte ruimtes ingericht om de fiets te plaatsen. Wel constateert de BTTB dat het niet altijd soepel loopt in stedelijke gebieden. Het meenemen van de fiets kost soms een paar euro extra, en er is lang niet altijd plaats. Naar het effect op de bezettingsgraad van het ov deed de Bond geen onderzoek. wel constateert men dat in NordRheinWestfalen de redelijk klantvriendelijke opzet een duidelijk positief effect heeft op het gebruik.