Fietsen stallen bij wooncomplexen

  • Soort:Onderzoeksrapporten
  • Auteur:Laurent Theunissen
  • Uitgever:Diepenbeek, Hogeschool voor Verkeerskunde
  • Datum:01-05-2002

Afstudeeronderzoek naar de kwaliteit van fietsenstallingen bij 26 wooncomplexen in Maastricht.


 

Klik op de knop om de link te openen (opent in een nieuw venster)

downloaden
  • Het rapport ‘Fietsen stallen bij wooncomplexen’ is een afstudeerscriptie in het kader van een opleiding verkeerskunde. De hoofdvraag van het rapport betreft de fietsvriendelijkheid van fietsenstallingen van wooncomplexen, vanuit het oogpunt dat de gebruikskwaliteit van deze stallingen consequenties kan hebben voor de vervoermiddelkeuze van de bewoners.

    Uit eerder onderzoek is bekend dat flatbewoners minder fietsen dan bewoners van 2-onder -1-kap woningen. Allereerst worden de maatschappelijke en individuele belangen van goede stallingen bij woningen beschreven. Vervolgens wordt de historische ontwikkeling van de bouw van wooncomplexen na de Tweede Wereldoorlog globaal beschreven. Ook wordt een indicatie gegeven van het aandeel woningen in complexen in Nederland. Omdat 30% van de Nederlandse huishoudens in een woongebouw woont is het van belang dat er geen ernstige structurele problemen zijn met de stallingen in deze gebouwen.

    Een literatuuronderzoek is onder meer verricht om criteria en normen waarop de stallingen beoordeeld kunnen worden te inventariseren. Het betreft verkeerskundige literatuur, handboeken van keurmerken met betrekking tot woningen en de Kwaliteitswijzer van de Voorlichtings- en AdviesCommissie voor de woningbouw (VAC). Op basis van die literatuur kon een onderzoeksmethode worden ontwikkeld die een brede kwaliteitsinventarisatie mogelijk maakt.
    Deze methode is toegepast op 26 wooncomplexen in Maastricht. Bij de selectie van complexen is gelet op een goede spreiding over bouwjaren en woonwijken. Toch zijn de resultaten van het veldonderzoek niet zonder meer te veralgemeniseren omdat het aantal onderzochte gebouwen relatief beperkt is en er geen a-selecte steekproef is uitgevoerd.

    De vele negatieve beoordelingen leiden tot de conclusie dat stallingen bij woongebouwen
    doorgaans niet fietsvriendelijk zijn. Ontoegankelijkheid van de stalling door ernstige fysieke belemmeringen komt vrij weinig voor (bij 3 van de 26 complexen) en leidt dus niet op grote schaal tot een lager fietsgebruik. Wel lijken wettelijke eisen en controles wat de toegankelijkheid betreft niet overbodig, gezien de beperkte keuzevrijheid van woningzoekenden. Voor de stallingen die wel toegankelijk zijn voor iedere bewoner die kan fietsen, blijft nog veel te wensen over: de stallingen zijn vaak te klein, de loopafstanden erg groot, het comfort slecht, de ruimten geven een onveilig en onprettig gevoel, er is een relatief grote kans op diefstal van de fiets, er wordt zeer zelden voorzien in praktische
    zaken als een bandenplakgelegenheid en een fietsenrek bij de voordeur. Deze situaties
    stimuleren het fietsgebruik niet. Ook is de concurrentiepositie van de fiets niet al te best. Het is vaak gemakkelijker om de auto te nemen dan de fiets. Daarnaast zetten de vele hindernissen die in sommige complexen moeten worden overwonnen waarschijnlijk ertoe aan om relatief veel verplaatsingen lopend te doen.
    Soms komen er grote verschillen voor tussen de 3 typen complexen (portiekflats uit de 50er en 60er jaren, galerijflats uit de 70er en 80er jaren en recente wooncomplexen). Vooral wooncomplexen uit de jaren ‘70-‘80 (galerijflats) verdienen vaak ingrijpende verbeteringen van de stallingvoorzieningen.
    Bij deze conclusies moet worden bedacht dat het onderzoek slechts betrekking heeft op 26 complexen, die alle in Maastricht gelegen zijn. In andere steden kan de situatie anders zijn. Het kleine aantal sluit een aanzienlijke invloed van toevalligheden in de onderzoeksgegevens niet uit. Aan de andere kant zijn de conclusies waarschijnlijk voor velen herkenbaar.
    Het rapport sluit af met een aantal aanbevelingen voor de inrichting van stallingen bij
    woongebouwen. Bijzondere aandacht wordt gevraagd voor de locatiekeuze voor de buitenentree van de stallingen, het vermijden van trappen tussen de fietsroute en de stalling, beperking van het aantal en een goede plaatsing van deuren, betere compartimentering, meer licht en doorzicht in de collectieve ruimten, hogere eisen aan de preventie van diefstal uit collectieve stallingen en mogelijkheden voor het repareren van fietsen en voor kort stallen bij de voordeur.

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Fietsen stallen bij wooncomplexen

Scroll naar boven