Samenvatting

8.1 Uitgangspunten voor de toekomst
Een structurele oplossing ziet het dagelijks bestuur bij publiekstrekkende bestemmingen in een netwerk van ondergrondse of inpandig bewaakte fietsenstallingen. Deze stallingen kunnen gemeentelijk gerealiseerd en geëxploiteerd worden. Het dagelijks bestuur ziet echter ook kansen in samenwerkingsverbanden tussen de centrale stad, stadsdeel en
individuele publiekstrekkende instellingen. Naar het verbeteren van fietsvoorzieningen voor bewoners wordt in 2009 nader onderzoek gedaan. Een belangrijk streven is om proactief en flexibel te kunnen reageren op mogelijkheden die zich aanbieden om het fietsparkeren voor bewoners te verbeteren. Per fietsknelpunt wordt in de toekomst gezocht naar een passende, trapsgewijze, inzet van instrumenten die het stadsdeel ter beschikking heeft: plaatsen van fietsvoorzieningen op maaiveld, communicatie en handhaving. Het uitgangspunt is gericht op het positief
stimuleren van het gebruik van de fiets en de fietser ook als zodanig te benaderen. Hieronder wordt puntsgewijs een samenvatting gegeven van de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de benadering die het dagelijks bestuur voor ogen staat.

8.1.1 Uitgangspunten voor het bieden van fietsvoorzieningen
De verblijfsplaatsen (lees: pleinen) worden geen fietsparkeerplaats. De ruimte wordt gezocht inpandig, ondergronds of aan de randen van de ruimtelijkheid. Bij smalle winkelstraten, zoals de negen straatjes, wordt bij een herinrichting zoveel mogelijk vrij van geparkeerde fietsen gehouden door uitgebreid voorzieningen te treffen op de koppen van de nabijgelegen grachten. Hiervoor worden parkeerplaatsen opgeheven.
Bij reguliere herinrichtingen en gebiedsbeheer is het afhankelijk van de lokale situatie in hoeverre fietsparkeervoorzieningen kunnen worden ingepast. Parkeerplaatsen kunnen in dit kader worden opgeheven, mits dat in de lokale afweging noodzakelijk blijkt te zijn. Er is ruimte voor de ontwikkeling van nieuwe fietsparkeervoorzieningen in de binnenstad, waarvan een goed voorbeeld het fietsparkeervak is. Ook kan gedacht
worden aan nieuwe typen voorzieningen, tijdelijke en semi-bewaakte (mechanische) voorzieningen.

8.1.2 Uitgangspunten voor communicatie
Communicatie kan (in vele vormen) ingezet worden voor overgegaan wordt op handhaving. Communicatie is gericht op het verleiden van de fietser tot positief naleefgedrag. Het is daarbij wenselijk dat fietsers zich meer bewust worden van het eigen parkeergedrag in de openbare ruimte. De ruimte is niet onbeperkt en de fietser heeft Definitief Vastgesteld door DB op
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum 28 oktober 2008 08-03939/OR Plan van Aanpak fietsparkeren in de binnenstad van Amsterdam 43
zelf een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om het hinderlijk stallen van fietsen en het ongebruikt achterlaten van fietsen in de openbare ruimte.
Communicatiemiddelen op straat (bebording en verwijzingen) dient kwaliteit uit te stralen die de binnenstad past; de boodschap is eenduidig en in helder taalgebruik. De plaatsing van bebording of verwijzingen is altijd strategisch en sober in aantal.

8.1.3 Uitgangspunten voor handhaving
Handhaving is de laatste stap om fietsers te wijzen op ongewenst parkeergedrag. In de toekomst moet het voor een ieder duidelijk zijn wat een fietswrak is en welke handhavingsinzet hier door het stadsdeel voor wordt ingezet. De oplossing wordt gezocht in een duidelijke definitie van het begrip fietswrak als inzamelobject in de centrale Afvalstoffenverordening die naar verwachting in 2009 vastgesteld zal worden. Er bestaat een grote behoefte aan juridische mogelijkheden om verlaten fietsen te kunnen verwijderen in de openbare ruimte. Dit kan juridisch ondervangen worden door een verbodsartikel voor verlaten fietsen op te laten nemen in de Algemene Plaatselijke Verordening. Een zorgvuldige, bestuursrechtelijke handelswijze en ondersteunende communicatie is in de toekomstige handhavingspraktijk van belang. De inzet is om zo min mogelijk in te hoeven zetten op handhaving op hinderlijk, geplaatste fietsen. Ten aanzien van de huidige handhaving wordt een heroverweging gedaan ten aanzien van de noodzakelijkheid en effectiviteit. Daar waar voldoende fietsvoorzieningen zijn, maar deze niet gebruikt worden, is het
aanwijzen van gebieden waar gehandhaafd kan worden op fysieke en visuele hinder. Een oplossing is de mogelijkheid in de Algemene Plaatselijke Verordening om gebieden aan te wijzen waar niet buiten de fietsvoorzieningen geparkeerd mag worden.

8.2 Nabeschouwing
Met dit plan heeft het dagelijks bestuur richting willen geven aan het verbeteren van het fietsparkeren in de binnenstad. In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de acties die volgen uit dit plan met daar waar mogelijk een financiële onderbouwing. In de Programmabegroting 2009 is een bedrag van 195.000 gereserveerd. In bijlage 1 is voor de acties uit dit plan een totaalbedrag voor 2009 van 195.000 begroot. Dit is exclusief
het budget dat nodig is voor de inrichting van onder andere het Raamplein omdat de kosten op het moment van schrijven nog niet bekend waren. Het is reeds bekend dat uit de begroting van 2008 budget gaat overblijven omdat de aanvullende maatregelen op het Muntplein (actie 16) voor een groot deel niet nodig zijn gebleken. Het voorstel is om dit overgebleven budget te reserveren voor de acties die uitstaan voor 2009. Mocht blijken
dat er aanvullend budget nodig is, dan worden voorstellen hiertoe in de eerstvolgende begrotingswijziging aan de stadsdeelraad voorgelegd.
Het is belangrijk gebleken dat naast de voorstellen van concrete acties, ook de uitgangspunten van het dagelijks bestuur werden vastgelegd. Dit heeft het Plan van Aanpak een lijvig karakter gegeven, maar naar het inzicht van het dagelijks bestuur biedt dit wel een totaalvisie die duidelijke ankers geeft voor toekomstige acties die zeker nog gaan volgen. In ieder geval zal het de komende jaren zeker op straat zichtbaar zijn dat er gewerkt wordt aan het verbeteren van de parkeervoorzieningen voor fietsen.