Het Fietsberaad analyseerde data-bestanden van de NS en ProRail. Belangrijkste conclusie: het fietsgebruik naar stations groeit inderdaad als kool. Tussen 2002 en 2005 stijgt het aantal fietsritten in het voortransport onverminderd. De belangrijkste motor achter deze stijging is de groei van het treingebruik, deels veroorzaakt door een groeiende studentenpopulatie. Het aantal treinverplaatsingen neemt de laatste jaren met gemiddeld 1,8% per jaar toe. Per saldo komen vrijwel alle nieuwe treinreizigers met de fiets of lopend naar het station. BTM en auto profiteren niet van de groei van het treingebruik.
De grote vraag is natuurlijk: zet de gestage groei van de behoefte aan fietsparkeervoorzieningen bij stations ook in de toekomst onverminderd door? Voor de planning van investeringen is dat van wezenlijk belang. Op basis van deze Fietsberaad-analyses kunnen daarover geen harde uitspraken gedaan worden. Een jaarlijkse groei van het aantal treinreizigers van ongeveer 2 tot 4% ligt wel in de lijn der verwachtingen. Het is meer de vraag of het grootste deel van de ‘nieuwe’ reizigers wederom met de fiets of lopend naar het station komen. Daarvoor is meer inzicht nodig in de samenhang tussen (persoons)kenmerken van treinreizigers en hun fietsgebruik, zodat betrouwbare voorspellingen gemaakt kunnen. Gezien de grote fluctuaties in de afgelopen 20 jaar en de grote bedragen die gemoeid zijn met stationsstallingen is zo’n voorspellend model geen overbodige investering.