'Tramongevallen vooral door onoplettendheid van verkeersdeelnemers'

  • Soort:Nieuws Fietsberaad
  • Datum:29-12-2008

Het aantal zware verkeersongevallen met trams en fietsers is de laatste jaren in Utrecht sterk teruggelopen. In Amsterdam en Rotterdam gebeurden juist meer ongevallen. Onoplettendheid is een belangrijke oorzaak.


Dit zegt prof.dr.ir. J.A.A.M. Stoop die voor het ministerie van Verkeer en Waterstaat onderzoek deed naar de veiligheid van trams. Hij constateert dat de veiligheid van trams in het algemeen de afgelopen jaren is verbeterd.
Stoop bekeek de cijfers van de periode 2000-2007. Voor de vier grote steden is er dan een dalende trend in het totale aantal tramongevallen. Van 754 in 2000 daalt het aantal naar 413 in 2007 (min 45%). r is ook een dalende trend in het aantal letselongevallen met ziekenhuisopnamen en EHBO hulp. Van 113 ernstige letselongevallen in 2000 daalt het aantal naar 90 in 2007 (min 20%). Het totale aantal dodelijke ongevallen in de periode 2000-2007 is klein en beweegt zich tussen de 11 en 4 personen per jaar. De dodelijke- en letsel-fietsongevallen laten een wisselend beeld zien. In Amsterdam registreerde men 11 van dergelijke ongevallen in 2007 tegen 7 in 2006 en 15 in 2005. Rotterdam registreerde 6 letselongevallen in 2007 tegen gemiddeld 2 in de jaren ervoor. Utrecht registreerde de laatste jaren nul letselongevallen.

Er sprake is van drie typen tramongevallen die zich in elk van de tramsteden voordoen met kenmerkende, dominante oorzaken en kenmerkende, ernstige letselpatronen.
1. Het gaat om aanrijdingen met linksafslaand verkeer danwel plaatselijk onbekende verkeersdeelnemers die op zoek zijn naar bestemmingen en daardoor onoplettend zijn.
2. Automobilisten, fietsers en voetgangers die rood licht negeren.
3. Aanrijdingen met voetgangers en fietsers die op de vrije baan of in gemengde verkeersgebieden bij het oversteken de tram niet zien of horen aankomen. Het luisteren naar muziek via geluidsdragers en koptelefoons/oordopjes en mobiel bellen dragen hier aan bij. Deze ongevallen hebben veelal een ernstige afloop.

Prof. Stoop stelt verder dat de ongevallen niet worden veroorzaakt door de snelheid van de trams maar veelal door onoplettendheid van verkeersdeelnemers, het negeren van verkeersregels door weggebruikers en onbekendheid met de voorrangsregels van de tram. Daarnaast speelt de inrichting van de trambaan en zijn omgeving een rol en het verkeersgedrag van de trambestuurder. De eerste drie oorzaken zijn volgens prof. Stoop te beïnvloeden door er meer aandacht aan te schenken in de vorm van voorlichting, in rijopleidingen en rijexamens en in verkeerslessen op scholen en door handhaving. Eén van de maatregelen die in Utrecht tot grote verbeteringen heeft geleid is het aanbrengen van waarschuwingslichten en akoestische signalen op kruisingen voor het overige verkeer. In Utrecht deden zich de laatste drie jaar geen tramongevallen met fietsen meer voor.

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Tramongevallen vooral door onoplettendheid van verkeersdeelnemers

Scroll naar boven