Amsterdam komt met fiets- én scooterparkeernomen

  • Soort:Nieuws Fietsberaad
  • Datum:06-11-2017

Na steden als Utrecht en Den Haag komt ook Amsterdam met fietsparkeernormen. En gelijk ook met parkeernormen voor scooters.


Voor nieuwe woningen schrijft het Bouwbesluit 2012 een (fietsen-)berging voor. Voor niet-woonfuncties, zoals kantoren, horeca en winkels, zijn de voorschriften uit het Bouwbesluit 2003 nog van kracht. Het rijk heeft besloten deze landelijke voorschriften te laten vervallen met ingang van 2022. Gemeenten die deze eis willen handhaven, moeten een en ander zelf regelen via bestemmingsplannen. De basis daarvoor wordt gelegd in een fietsparkeernota. Daarin wordt vastgelegd hoeveel fietsparkeervoorzieningen bedrijven moeten realiseren op eigen terrein. Amsterdam heeft een concept-nota Parkeernormen Fiets en Scooter uitgebracht voor inspraak.

Bovenkant CROW kencijfers
Voor het toepassen van de normen voor fietsparkeren is Amsterdam in drie zones. Zone 1 is het gebied binnen de Ring A10 exclusief Amsterdam-Noord en de Zuidas. Zone 2 omvat onder andere de Zuidas, Ringzone West en omgeving station Sloterdijk, Amsterdam-Noord, Bijlmer Centrum en het Arenagebied. Zone 3 geldt voor overig Amsterdam.

De fietsparkeernormen zijn ontwikkeld op basis van de kencijfers van CROW. Vanwege het intensieve fietsgebruik heeft men voor de Amsterdamse normen bijna altijd de bovengrens van de spreiding van de CROW kencijfers aangehouden, met uitzondering van de horecafuncties. Want dat leidt voor deze functies tot een onrealistisch hoge norm. In zone 1 komt men zo vaak wat hoger uit dan bijvoorbeeld in Den Haag en Utrecht, daarbuiten wat lager. In Utrecht bijvoorbeeld moet een restaurant in het centrum rekenen met maximaal 18 fietsparkeerplaatsen per 100 vierkant meter vloeroppervlak, in Den Haag met maximaal 10 fietsparkeerplaatsen, in Amsterdam ligt het maximum op 20. En Utrecht eist bij een theater 24 fietsparkeerplaatsen, Den Haag slechts 4,7 en Amsterdam 38.

Er zijn geen CROW-kencijfers voor hogescholen en universiteiten. Daarom is het bepalen van de fietsparkeereis voor deze functies maatwerk. Datzelfde geldt voor NS-stations en andere haltes van het openbaar vervoer.

Kwaliteitseisen
In de nota zijn ook kwaliteitseisen opgenomen. Dan gaat het onder meer over de toegankelijkheid en er komen zaken aan de orde als de afstand van de stalling tot de ingang van een gebouw en de hellingspercentages van een eventuele hellingbaan. Daarnaast stelt men eisen aan de inrichting, bijvoorbeeld met betrekking tot verlichting en de afstand tussen fietsparkeerplekken. Ook moet men bij voorkeur ook rekening houden met fietsen met afwijkende maten.

Scooterparkeren
In Amsterdam groeide het bezit van scooters (brom- en snorfietsen)van 23.000 in 2007 naar ruim 57.000 in 2016 . Daarom zijn ook normen voor scooterparkeren opgenomen. Voorlopig zijn die nog niet verplicht. De gemeente wil eerst afwachten hoe de milieuzone die in 2018 wordt ingevoerd voor scooters en de verbanning de snorfiets naar de rijbaan uitpakt.

Het Bouwbesluit geeft bij nieuwbouw geen voorschriften voor het stallen van scooters. Daarom gelden de nieuwe normen voor scooterparkeren voor nieuwe woningen, inclusief woningen die gerealiseerd worden door de transformatie van niet-woongebouwen. De parkeernorm bij woningen is gebaseerd op het gemiddelde scooterbezit per woning in Amsterdam en komt voor de hele stad uit op 0,13 scooterparkeerplaats per nieuw te realiseren woning. Voor projecten met minder dan twintig woningen geldt geen scooterparkeereis.

Aan de bestemmingskant geldt een parkeernorm op basis van de verhouding tussen fiets- en scootergebruik in de modal split. Zo komt men bijvoorbeeld voor een kantoor uit op 0,25 scooterplekken per 100 vierkante meter. De netto-afmetingen van een scooterparkeerplek zijn overigens minimaal 75 x 180 cm.

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Amsterdam komt met fiets- én scooterparkeernomen

Scroll naar boven