Lansingerland stelde zich op het standpunt dat de wet in de onderhavige situatie zijn doel voorbij schoot. Men vreesde voor ongevallen tussen vrachtauto's en fietsers. De Fietsersbond stelde dat een voorrangsregeling bestuurders ertoe kan verleiden om juist harder te rijden dan de beoogde 30 km/uur, hetgeen eveneens tot gevaarlijke situaties kan leiden. De rechter vond - ongeachte de uitgewisselde argumenten - dat de UBABW in ieder geval gehandhaafd moet worden. Een voorrangsbord mag alleen worden gebruikt als er sprake is van vrijliggende fietspaden, fiets/bromfietspaden en busbanen. En op hoofdfietsroutes met weinig gemotoriseerd verkeer.