In opdracht van Nationale Fiets Projecten is een enquête gehouden onder 3.500 deelnemers aan Trappers. De respons bedroeg 34 procent.
Vóór de deelname aan Trappers was het fietsgebruik al hoog te noemen. Iets meer dan 50 procent van de respondenten (50,2 procent) gebruikte al minimaal 4 dagen per week de fiets om naar het werk te reizen en bijna een kwart (23,5 procent) alle dagen. Na deelname aan Trappers, gebruikt bijna 60 procent van de respondenten (57,7 procent) minimaal 4 keer per week de fiets voor het woon-werkverkeer.
Het actuele fietsgebruik is met 0,4 keer gestegen tot gemiddeld 3,6 keer per week vergeleken met de situatie vóór deelname aan Trappers. Het aantal gefietste ritten is met 13 procent toegenomen (van 3.604 naar 4.080 gefietste ritten). Bijna een kwart van de respondenten (24,1 procent) geeft aan dat men na de deelname aan Trappers meer gebruik maakt van de fiets.
En na deelname aan Trappers gebruikt ruim 45,4 procent van de respondenten de auto nooit voor het woon-werkverkeer. Dat was 37,3 procent. Het huidige autogebruik is van gemiddeld 0,9 keer per week vóór deelname aan Trappers gedaald naar 0,5 keer per week. Dit resulteert in een besparing van 11% op het aantal autoritten.
De belangrijkste redenen om met de fiets naar het werk te gaan zijn de invloed van fietsen op de gezondheid en conditie (94,7 % van de respondenten vindt dit (erg) belangrijk) en het milieu (86,8 % van de respondenten vindt dit (erg) belangrijk). Ook kosten is een belangrijk argument:73,7 procent van de respondenten vindt dit een belangrijk of erg belangrijk argument.