Ongevallen met oudere fietsers

  • Soort:Onderzoeksrapporten
  • Auteur:Theo Zeegers
  • Uitgever:Fietsersbond
  • Datum:18-03-2010

Onderzoek naar de verkeersveiligheidssituatie van de oudere fietser aan de hand van een aantal bestaande databanken.


 

Klik op de knop om de link te openen (opent in een nieuw venster)

downloaden
  • Deze studie onderzoekt de verkeersveiligheidssituatie van de oudere fietser aan de
    hand van een aantal bestaande databanken. Naast algemene openbare databanken
    van het CBS, het MON en de SWOV wordt gebruikt gemaakt van de databank van
    de Fietsbalans, het project waarmee de Fietsersbond de kwaliteit van fietsen meet.
    Met dit materiaal worden vooral de zwaardere tweezijdige ongevallen in kaart
    gebracht; de lichte en enkelvoudige ongevallen zijn sterk ondervertegenwoordigd.

    Ouderen fietsen meer in kleinere gemeentes dan in grotere. In plaatsen waar nietouderen relatief veel fietsen, fietsen ouderen ook meer dan gemiddeld.

    Het risico voor de oudere fietser op een letselongeval is gemiddeld 3,2 maal zo hoog van andere fietsers. Dit verhoogde risico komt niet zozeer door een hogere mate van betrokkenheid bij ongevallen, maar vooral door de grotere breekbaarheid van ouderen.

    In plaatsen waar ouderen meer fietsen, is hun risico op een letselongeval kleiner
    (safety by numbers). Dit effect is dermate sterk dat het totaal aantal ongevallen met
    ouderen maar weinig afhangt van het aantal gefietste kilometers door ouderen. Als
    verklaring van dit opmerkelijk feit kan dienen dat ouderen die meer fietsen meer
    routine hebben en daarmee minder ongevallen meemaken. Bovendien wordt er
    meer gefietst in gemeente met een beter en daarmee veiliger fietsklimaat.

    Van alle door de Fietsbalans onderzochte aspecten van het fietsklimaat op straat
    hebben er twee een negatief verband met de verkeersveiligheid van oudere fietsers:
    verkeershinder en lawaai. In beide gevallen geldt dat dit verband niet gevonden wordt voor overige fietsers: het is dus een specifiek ouderen-probleem. Er zijn dus duidelijke verschillen in risico’s tussen oudere en niet-oudere fietsers.

    Aanbevelingen

    I. Promoot het fietsgebruik onder (50 -) 65 – 74 jarigen en
    selectief onder 75 plussers

    II. Verbeter de fietsinfrastructuur a. Zorg voor een goed fietsklimaat, in het bijzonder een goede fietsinfrastructuur
    b. Ontvlecht netwerken van fiets en auto.
    c. Zorg voor bredere fietsinfrastructuur, in het bijzonder bredere fietspaden.

    III. Kom met een aanvalsplan Veilige Fietsinfrastructuur, uit te dragen door een FietsAdviesteam.

Relevantie

Scroll naar boven