Vanaf de opening van de fietsenstalling Stationsplein west in 2013 worden daarmee aan de westkant van station ervaring opgedaan. Deze ervaringen wil Utrecht meenemen bij de verdere afwegingen over het al dan niet invoeren van betaald fietsparkeren bij de overige fietsenstallingen. Verder komt er waarschijnlijk één beheersorganisatie voor het fietsparkeren in het gebied.
Het besluit van B&W laat zien dat er nog veel onzekerheden bestaan rond de effecten van betaald parkeren. De onderzoeken die aan het besluit ten grondslag liggen brachten een aantal knelpunten aan het licht. Zo berekende bureau AT Osborne het aantal benodigde fietsparkeerplaatsen rond CS en kwam - evenals Prorail eerder - uit op circa 22.000. Maar wel met ruime marges want AT Osborne constateerde ook dat er nog veel onbekende variabelen zijn, zoals de ontwikkeling van de modal split maar ook de prijselasticiteit van de fietsparkeervraag.
Bureau Berenschot rekende verschillende opties rond de financiering van het fietsparkeren door, variërend van gratis fietsparkeren tot overal betaald parkeren. In alle scenario’s moet er geld bij, over 40 jaar bezien 32 tot 101 miljoen euro.
Gezien de onzekerheden besluit Utrecht dus vooralsnog het betaald parkeren stap voor stap in te voeren, waarbij duidelijk moet worden hoe de fietser gaat reageren.
Daarnaast wordt er door de gemeente nog gezocht naar een locatie op grotere loopafstand van het station waar nog wel gratis gestald kan worden in de uiteindelijke situatie.
Ook organisatorisch is sprake van een nieuwe aanpak. Bij het fietsparkeren spelen nu drie instanties een hoofrol. ProRail neemt het grootste deel van de investeringskosten van de fietsparkeergarages voor zijn rekening.NS fiets heeft het primaat bij de verhuring van de stallingen. En de gemeente is eigenaar van de grond van de fietsparkeergarages onder Stationsplein west en oost. Berenschot adviseerde over te gaan tot de instelling van een regieorganisatie voor het fietsparkeren. De gemeente Utrecht wil met NS en Prorail toewerken naar zo’n fietsparkeerorganisatie die verantwoordelijk wordt voor aanleg, onderhoud, schoonmaak, bewaking, handhaving en exploitatie van de 22.000 stallingsplaatsen. Daarover zijn de bespreking gestart en eind dit jaar moet een definitief besluit vallen.