Fietsberaadreactie op Berenschotrapport Fietsparkeren bij stations

  • Soort:Notities
  • Auteur:Otto van Boggelen (Fietsberaad)
  • Uitgever:Fietsberaad
  • Datum:27-05-2011
In deze notitie geeft het Fietsberaad een reactie op het rapport 'Fietsparkeren bij stations. Oplossingsrichtingen voor een systeemsprong', dat het bureau Berenschot heeft opgesteld in opdracht van verschillende overheden en organisaties die bij het problematiek betrokken zijn. De reactie is besproken in de Fietsberaadvergadering van 2 december 2010.

 

Klik op de knop om de link te openen (opent in een nieuw venster)

downloaden
  • In opdracht van verschillende partijen heeft het bureau Berenschot in 2010 een advies uitgebracht over de toekomst van het fietsparkeren bij treinstations. Het Fietsberaad deelt de conclusie dat de huidige aanpak niet meer toereikend is. Bevoegdheden zijn versnipperd, de beschikbare stallingscapaciteit en menskracht worden onvoldoende benut, een professionele aanpak ontbreekt en er dreigen grote financiële tekorten.

    Om de problemen het hoofd te bieden is er een systeemsprong nodig in de organisatie van het fietsparkeren bij stations. Het Fietsberaad ondersteunt dan ook van harte de aanbeveling om per station één organisatie aan te wijzen die de integrale verantwoordelijkheid heeft voor de fietsparkeermogelijkheden rond een station. En ook het Fietsberaad vindt dat deze regietaak het beste bij gemeenten past.

    Het Berenschotrapport is vervolgens wel erg voorzichtig in de uitwerking van de oplossings-richtingen. Verantwoordelijkheden, bevoegdheden en financiering van de regietaak zijn niet goed geregeld. Het Fietsberaad vreest dat de regietaak hierdoor als een hete aardappel zal worden doorgegeven. De gewenste systeemsprong is daarmee te veel afhankelijk van de welwillendheid van de betrokken partijen.

    Om een doorbraak te realiseren moet de rijksoverheid aanvankelijk eerst sturend optreden in het herverdelen van bevoegdheden en in het creëren van een stabiel financieel fundament. Om werkelijk een systeemsprong te realiseren moet het rijk naar mening van het Fietsbe-raad de volgende drie randvoorwaarden regelen:

    1. De lokale regisseurs (bij voorkeur gemeenten) moeten grote zeggenschap krijgen over alle stallingen in een stationsgebied, zowel bewaakte en onbewaakte stallin-gen. Het gaat om zaken als bemensing, tarieven, handhaving, maximum stallingsduur, uitbreidingen, extra service etc. De uitvoering kunnen de lokale regisseurs uit-besteden aan marktpartijen.
    2. Voor de exploitatie en het beheer moeten de lokale regisseurs gezamenlijk kunnen beschikken over een basisfinanciering van 15 tot 20 miljoen euro per jaar. Het Fietsberaad stelt voor dat de rijksoverheid deze kosten via de infraheffing in rekening brengt bij de vervoerders op het spoor. Deze basisfinanciering is vaak niet toereikend voor een kostendekkende exploitatie. De lokale regisseurs hebben grote vrijheid in het genereren van extra inkomsten door de verkoop van stallingsabonnementen en het (laten) ontplooien van creatieve initiatieven, zoals bagageopslag, adverteerders, verhuur, reparaties.
    3. De rijksoverheid blijft primair verantwoordelijk voor de uitbreiding en modernisering van de stallingsvoorzieningen op stations. Het rijk moet voor de komende 10 jaar 200 tot 300 miljoen euro reserveren om een basiskwaliteit te kunnen bieden aan het groeiende aantal treinreizigers dat op de fiets naar het station komt. De lokale regisseurs kunnen aanvullende financieringsbronnen (cofinanciering) zoeken om extra kwaliteit te kunnen realiseren. Daarbij kan gedacht worden aan vastgoedeigenaren, provinciale en Europese subsidies of eigen middelen.

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Fietsberaadreactie op Berenschotrapport Fietsparkeren bij stations

Scroll naar boven