Versiebeheer
April 2012 is versie 2 verschenen. De belangrijkste wijziging ten opzichte van versie 1 is de tekst van de model-APV op pagina 5 naar aanleiding van de uitspraak van de Rechtbank ‘s-Gravenhage van 4 januari 2012. |
Handhaving van regels voor geparkeerde fietsen is taaie kost. De gerechtelijke uitspraken van de afgelopen jaren maken het allemaal niet overzichtelijker. Deze notitie zet de stand van zaken overzichtelijk op een rijtje. Het is een co-poductie van adviesbureau Berenschot en het Fietsberaad.
Inleiding
Om het stationsgebied bereikbaar te houden voor fietsers en leefbaar voor gebruikers en omwonenden, is het belangrijk dat de beschikbare fietsenstallingscapaciteit goed wordt benut en dat het fietsparkeren beheersbaar blijft. Handhaving op het fietsparkeren is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Bijvoorbeeld om de overlast van fout geparkeerde fietsen te verminderen of om de beschikbare stallingscapaciteit optimaal te benutten door het verwijderen van weesfietsen.
Veel gemeenten worstelen met de vraag hoe de handhaving van het fietsparkeren op een juridische correcte manier mogelijk te maken en uit te voeren. Deze notitie biedt gemeenten inzicht in de meest actuele kennis over de juridische aspecten van de handhaving op het fietsparkeren en biedt gemeenten houvast om, op een juridisch correcte wijze, invulling te geven aan de handhaving op het fietsparkeren binnen de gemeente. De nadruk ligt daarbij op de handhaving op het fietsparkeren bij stations, maar deze notitie is ook van toepassing op andere gebieden in de gemeente, zoals winkelgebieden en de binnenstad. Het gestelde voor fietsen geldt ook voor bromfietsen.
Uitgangspunt in de praktijk – en daarom ook in deze notitie – is dat gemeenten het fietsparkeren via publiekrechtelijke weg handhaven. Hoofdstuk 2 gaat in op de voorbereiding en uitvoering van publiekrechtelijke handhaving.
Een andere mogelijkheid om verkeerd geparkeerde fietsen aan te pakken, is het gebruik maken van zogenaamde huisregels in stallingen die niet tot de openbare ruimte behoren (de privaatrechtelijke aanpak). Hier gaat hoofdstuk 3 nader op in.
De derde mogelijkheid is handhaving via het strafrecht. Dat betekent dat handhaving van verkeerd geparkeerde fietsen op grond van de Wegenverkeerswet 1994 en het daarop gebaseerde Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 plaatsvindt. Op deze mogelijkheid wordt in hoofdstuk 4 ingegaan.
Publiekrechtelijke handhaving
De handhaving op het fietsparkeren is – zolang die fietsen in de openbare ruimte staan geplaatst – een gemeentelijke (ook wel publieke) taak. Doelen zijn immers het creëren van een veilige openbare ruimte, het voorkomen van schade aan de openbare ruimte, het verbeteren van de bereikbaarheid en voor sommige gemeenten ook het verbeteren van het uiterlijk aanzien van de gemeente.
Voordat een gemeente kan beginnen met handhaven, moet eerst een drietal voorbereidende stappen worden doorlopen. Deze stappen komen aan de orde in paragraaf 2.1. Het betreft:
- Besluiten voor welke typen geparkeerde fietsen handhaving wenselijk is.
- Het vastleggen van regels voor het fietsparkeren in de APV.
- Het vastleggen van het beheergebied en de maximale parkeertermijn in een uitvoeringsbesluit.
Vervolgens wordt in paragraaf 2.2 stapsgewijs de feitelijke uitvoering van de handhaving besproken. De uitvoering van de handhaving op het fietsparkeren bestaat uit een aantal basisactiviteiten:
- Het vaststellen van een overtreding van de APV.
- Het aanzeggen van bestuursdwang (door het opmaken van een beschikking).
- Het bieden van de gelegenheid aan de overtreder om de overtreding te herstellen (de begunstigingstermijn).
- Het feitelijk toepassen van bestuursdwang (het verwijderen van de fiets).
- De opslag van de verwijderde fiets.
- Het vernietigen/verkopen/om niet overdragen van de niet opgehaalde fiets.