Utrecht heeft een onderzoek laten doen naar de voor- en nadelen van de verschillende systemen die in Europese steden functioneren. Dat zijn onder meer systemen van reclamemakers JC Decaux (bijvoorbeeld Parijs) en van Clear Channel (bijvoorbeeld Barcelona). De gemeenten betalen daar in de meeste gevallen niets voor, maar daar staat tegenover dat de exploitant met extra reclamerechten gecompenseerd wordt, aldus het onderzoeksrapport. Ook die reclamerechten vertegenwoordigen een waarde die door de gemeente ook los van de fietsen verzilverd zou kunnen worden. Zo gaat het in Barcelona om € 2,2 miljoen per jaar voor een systeem met 1500 fietsen. JC Decaux geeft aan dat de kosten voor een systeem met 1500 fietsen zo'n €4,5 miljoen bedragen. Het onderzoeksrapport gaat ook in op de mogelijkheden om OV-fiets in te richten tot een leenfietssysteem volgens het buitenlandse concept. Uitbreiding van de OV-fiets wordt door velen als gunstig gezien gelet op de bestaande klantgroep en de inbedding van het systeem in de stad, aldus concludeert het rapport. Er zullen dan wel laagdrempelige verhuurstations bij moeten komen (bij voorkeur in de openbare ruimte), fietsen moeten op een ander plek dan waar men de fiets heeft gehuurd kunnen worden teruggebracht, er moet incidenteel gebruik mogelijk zijn en een fiets moet ook voor een korte periode tegen een lager bedrag kunnen worden gehuurd.
B&W van Utrecht willen in ieder geval niet overgaan tot een systeem met een dicht netwerk aan stallingvoorzieningen in de gehele stad. Men kiest bij voorbaat voor een systeem met ongeveer 30 locaties die voorzien in de behoefte van de doelgroep forensen en bezoekers van de stad. Of dat OV-fiets gaat worden, hangt af van een marktconsultatie waarmee de gemeente nadere voorstellen wil uitwerken voor een dergelijk systeem. De marktconsultatie zal in de vorm van een Europese voorpublicatie worden uitgevoerd.